Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [33]Dat gij ook gezegd hebt: Gij zult Hem niet aanschouwen; er is [nochtans] gericht voor Zijn aangezicht, wacht gij dan op Hem. 33. Elihu keert zich tot Job, verhalende hetgeen hij gezegd had boven, hfdst.23 vs.8,9. De zin is: Zo God der ijdele mensen gebeden niet verhoort, Hij zal ook niet aanzien degenen, die voorgeven dat zij God niet zien en Hem niet vinden kunnen, als zij in hun nood door het gebed tot Hem vlieden. 34. Dat is, hoewel gij meent dat u ongelijk geschiedt, daar is nochtans oordeel en gerechtigheid bij God, om met een ieder te handelen naar behoren. Hierom, werp u vertrouwen op den Heere, en wacht op een zalige uitkomst; Ps.37:5,6,7, en Ps.55:23.